Verbonden partijen

De gemeente neemt deel in diverse rechtsvormen, zowel publiek als privaat. Wanneer de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft in een andere partij, is dat voor de gemeente een verbonden partij. Samenwerking met andere partijen is een manier om publieke taken uit te voeren, die bijdragen aan het realiseren van de gemeentelijke doelstellingen. Deelnemingen in andere partijen brengen risico's met zich mee, zowel politiek/bestuurlijk als financieel. De opzet van deze paragraaf sluit aan bij het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).

Overzicht van verbonden partijen

In onderstaande tabel wordt aangegeven in welke verbonden partijen de gemeente Arnhem in 2015 deelnam en aan welke programma's daarmee een bijdrage werd geleverd.

Rechtsvorm

Naam

Bijdrage aan regulier programma

Gemeenschappelijke regelingen

  1. WGR+ Stadsregio Arnhem Nijmegen(in liquidatie)
  1. GO Arnhem Nijmegen City Region

R0 Algemeen bestuur en publieke dienstverlening
R3 Economie
R6 Participatie en maatschappelijke ondersteuning
R8 Wonen en ruimte

  1. GR Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland- Midden (VGGM)

R1 Veiligheid
R7 Gezondheid en milieu

  1. GR Werkvoorziening Midden Gelderland

(Presikhaaf Bedrijven)

R6 Participatie en maatschappelijke ondersteuning

  1. GR Regionaal Historisch Centrum Gelders Archief

R5 Cultuur, recreatie en sport

  1. GR Onderwijszaken

R4 Educatie

  1. GR Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA)

R7 Gezondheid en Milieu

  1. GR Euregio Rijn-Waal

R3 Economie

  1. GR Lingezegen

R5 Cultuur, recreatie en sport

  1. GR Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA)

R7 Milieuhandhaving
R8 Wonen en ruimte

Stichtingen

  1. St. Economic Board regio Arnhem-Nijmegen

R3 Economie

  1. St. Stedenlink

R9 Financiën en bedrijfsvoering

  1. St. Samenwerkingsverband Glasvezelnetwerk Arnhem

R9 Financiën en bedrijfsvoering

  1. St. Het Veluwse Bosbrandweer Comité

R1 Veiligheid

  1. St. Horeca activiteiten Musis Sacrum/Schouwburg

R5 Cultuur, recreatie en sport

  1. St. Parkeerbeheer Arnhem

R2 Verkeer, vervoer en waterstaat

  1. St. Dataland

R9 Financiën en bedrijfsvoering

Besloten Vennootschappen

  1. BV Facility Point

R3 Economie

  1. BV Nazorg Bodem Holding

R7 Gezondheid en Milieu

Naamloze Vennootschappen

  1. NV Bank Nederlandse Gemeenten

R9 Financiën en bedrijfsvoering

Opdrachtgevende rol en eigenaarsrol

Verbonden partijen (publiekrechtelijk of privaatrechtelijk) zijn organisaties waarin gemeenten een bestuurlijk én een financieel belang hebben. De gemeente vervult twee rollen richting de verbonden partijen: de rol van opdrachtgever en van eigenaar.

In de eigenaarsrol beslist de gemeente over de oprichting, de missie, de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verbonden partij. Het gemeentebestuur is mede eigenaar van de verbonden partij en draagt bestuurlijke verantwoordelijkheid (de gemeente neemt deel aan het bestuur). De eigenaarsrol richt zich vooral op de continuïteit en de levensvatbaarheid van de (samenwerking)organisatie.

De gemeente is daarnaast ook afnemer/opdrachtgever  van de verbonden partij. De verbonden partij levert diensten/producten, is uitvoerder van gemeentelijk beleid. Veelal in de vorm van een basispakket dat door alle deelnemers in de samenwerking wordt afgenomen met daarnaast een aanvullend (maatwerk) pakket dat voor afzonderlijke deelnemers op maat wordt afgesproken.  

Tussen beide rollen en de belangen die daaruit voortvloeien kan een spanningsveld bestaan.
Het financieel belang is gekoppeld aan beide rollen. Als opdrachtgever heeft de gemeente belang bij een zo goed mogelijke prijs/kwaliteitsverhouding voor de afgesproken dienstverlening en deze moet passen binnen de kaders van de gemeentebegroting. Als eigenaar draagt de gemeente het 'ondernemersrisico' van de samenwerking. Als de financiële resultaten tegenvallen, zal de gemeente de tekorten moeten aanvullen.

De verantwoording in de paragraaf Verbonden partijen vindt plaats vanuit de positie als eigenaar van deze verbonden partijen. Opmerking hierbij is dat de gemeente Arnhem in bijna alle gevallen mede-eigenaar is in de verbonden partij, hetgeen betekent dat er meerdere deelnemers zijn. De verantwoording vanuit de rol als opdrachtgever is terug te vinden in de desbetreffende programma's.

Actuele kaders

Wet gemeenschappelijke regeling
Op 1 januari 2015 is de Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) gewijzigd. Hiermee is een aantal wijzigingen doorgevoerd die erop gericht zijn de invloed van de raden op het samenwerkingsverband te versterken. De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • de algemene en financiële kaders voor het volgende begrotingsjaar moeten door het samenwerkingsverband uiterlijk vóór 15 april aangeboden worden aan de raden van de deelnemers.
  • de wijziging van de Wgr heeft de constructie (vanaf 1 januari 2016) onmogelijk gemaakt dat een bestuur van een samenwerkingsverband zelf de overgedragen bevoegdheden uitbreidt. Bij een openbaar lichaam dat uitsluitend is ingesteld door raden, is het niet langer toegestaan dat leden van het college zitting nemen in het algemeen bestuur. Tot slot is in de meeste gevallen de constructie niet meer toegestaan waarbij het aantal leden van het dagelijks bestuur identiek is dan wel een meerderheid vormt van het aantal leden van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam;     
  • met de wijziging van de Wgr is een nieuwe samenwerkingsvorm ingevoerd: de bedrijfsvoeringsorganisatie (BVO). De BVO onderscheidt zich van het reeds bekende openbaar lichaam door het hebben van een enkelvoudig bestuur (in plaats van een algemeen - en een dagelijks bestuur). Er gelden voor een BVO wel een aantal aanvullende eisen. Zo mogen aan de BVO alleen colleges deelnemen en verder is deze vorm slechts bedoeld voor samenwerking op het terrein van bedrijfsvoering en voor uitvoerende taken met een geringe beleidsmatige component.

In 2015 zijn de gemeenschappelijke regelingen waaraan het gemeentebestuur van Arnhem deelneemt getoetst op deze wetswijziging. Een aantal van deze regelingen voldeed reeds aan de eisen van de nieuwe wet, een aantal regelingen zijn aangepast of worden binnenkort aangepast. Een enkele regeling wordt door de bijzondere omstandigheden van het geval (nog) niet aangepast.

Gemeentelijke kaders

  • kadernota Verbonden partijen (raadsbesluit 2005; geactualiseerd in 2007);
  • kadernota "Afstoffen en aanscherpen" (raadsbesluit 2007).

In voorgaande nota's is de visie van de gemeente Arnhem op de verbonden partijen vastgelegd:

  • samenwerking tussen de gemeente Arnhem en andere overheidslichamen met overdracht van verantwoordelijkheden en bevoegdheden en financiële participatie vindt uitsluitend plaats als dit het geëigende middel is om de beleidsdoelstellingen te realiseren. In dat geval is de Wet gemeenschappelijke regelingen is hiervoor het enige kader;
  • samenwerking tussen de gemeente Arnhem en privaatrechtelijke partijen vindt alleen plaats als een bijzonder en benoemd openbaar belang dit rechtvaardigt. Hiervan is sprake als er onderzocht en gemotiveerd is waarom uitvoering van beleid niet in een publiekrechtelijke rechtsvorm kan plaatsvinden.

Terugblik ontwikkeling risicovolle verbonden partijen

In het jaarverslag 2014 is voor het eerst het risicokompas toegepast. Het risicokompas is een jaarlijkse risicoanalyse waarmee de bestuurlijke en financiële risico's van de verbonden partijen in beeld worden gebracht. Deze risicoanalyse bepaalt op welke verbonden partijen de nadruk in de paragraaf Verbonden partijen komt te liggen.

Het risicokompas wordt eenmaal per jaar uitgevoerd, als onderdeel van de begrotingssamenstelling. In de begroting 2015 is nog niet gewerkt met het risicokompas. Voor het jaarverslag 2015 is gebruik gemaakt van de laatste actualisatie van het risicokompas, zoals die gemaakt is voor de Meerjarenprogrammabegroting
2016 - 2019. Daaruit komen drie verbonden partijen naar voren met een hoog risicoprofiel, waarover in de paragraaf Verbonden partijen specifiek verantwoording wordt afgelegd aan de hand van de ontwikkelingen, gesignaleerde risico's en de beheerstrategie:

  • GR Werkvoorziening Midden Gelderland (Presikhaaf Bedrijven);
  • GR Omgevingsdienst Regio Arnhem;
  • Stichting Horeca Activiteiten Musis Sacrum/Schouwburg Arnhem.

GR Werkvoorziening Midden Gelderland (Presikhaaf Bedrijven)

Zowel op het onderdeel subsidieresultaat als het operationele resultaat van de exploitatie van Presikhaaf Bedrijven is sprake van een financieel nadeel (waarvan Arnhem 50% draagt). Deze financieel negatieve ontwikkeling is terug te voeren op twee, als structureel aan te merken, oorzaken:

  1. grote veranderingen in de omgeving waarin de transitie van Presikhaaf Bedrijven in het kader van de Participatiewet vanaf 2015 plaatsvindt zoals een schraler economisch klimaat, oplopende werkloosheid, bezuinigingen en decentralisaties in het sociaal domein;
  2. relatief kostbare eigen bedrijfsactiviteiten, relatief lage verdiencapaciteit van SW- medewerkers en relatief moeizame regionale aansturing van het bedrijf.

In 2015 is het rapport "Toekomst Presikhaaf Bedrijven en regionale samenwerking Participatiewet" regionaal in de arbeidsmarktregio Midden Gelderland vastgesteld. Belangrijke uitgangspunten zijn:

  • mensen die aangewezen zijn op de Participatiewet, zoveel mogelijk actief zijn, liefst op zo regulier mogelijke arbeidsplaatsen bij reguliere werkgevers;
  • de ondersteuning voor de doelgroep van de Participatiewet transparant, effectief en efficiënt is georganiseerd, zodat werkgevers één aanspreekpunt hebben waarmee zij zaken kunnen doen en dat er voldoende flexibiliteit en ruimte blijft om in te spelen op lokale kansen;
  • de nieuwe aanpak vereist dat de taken, die voortvloeien uit de Participatiewet, anders over belangrijke uitvoeringsorganisaties worden verdeeld en dat menskracht, expertise en netwerken van professionals slim worden gebundeld.

Besloten is om Presikhaaf Bedrijven (PHB) geleidelijk af te bouwen en het regionale Werkgeversservicepunt (WSP) modulair op te bouwen. Op basis van dit besluit en gegeven de visies en ambities die de diverse gemeenten in de regio Midden Gelderland hebben bij de uitvoering van de Participatiewet is de uitgangssituatie van PHB dat de uitvoeringstaken anders moeten worden verdeeld. Inzet daarbij is om de bestaande infrastructuur van PHB zoveel mogelijk te bundelen met de nieuwe taken die in het kader van de Participatiewet worden uitgevoerd door de gemeentelijke sociale diensten en het regionale WSP. Door PHB geleidelijk af te bouwen en het WSP modulair op te bouwen worden de beschikbare middelen optimaal ingezet en frictiekosten van de veranderingen geminimaliseerd.
Het WSP richt zich op de doelgroep van de Participatiewet met een overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt en zal in lijn met het advies ook de SW-medewerkers met een vergelijkbare loonwaarde (> 40%), die nu veelal op detacheringsbasis vanuit PHB bij reguliere werkgevers werken, ondersteunen. De reguliere medewerkers van PHB, die momenteel verantwoordelijk zijn voor deze SW-groep gaan over naar het WSP. Op deze manier wordt  het WSP voor werkgevers hét aanspreekpunt (met menskracht, expertise en netwerken) waarmee zij afspraken kunnen maken over hun personeels- en ondersteuningsbehoeften.

De eigen bedrijfsactiviteiten van PHB worden zoveel mogelijk verder geprivatiseerd. Dienstverleningsonderdelen als Groen en Schoonmaak kunnen worden overgedragen aan private partijen. Met deze partijen worden afspraken gemaakt over de detachering van SW-medewerkers en het overnemen van het betrokken reguliere begeleidingspersoneel van PHB. De detacheringen worden via het versterkte WSP georganiseerd.
Het compactere PHB concentreert zich op het organiseren van werk voor de groep SW-ers, die niet in staat is om bij reguliere werkgevers aan de slag te gaan (ca. 840 fte SW). Onderzocht wordt of er kansen zijn om de werklast van het nieuwe PHB een continue basis te geven door verbindingen aan te gaan met de opgaven die voortvloeien uit de decentralisatie van de zorg. Een eerste belangrijke stap is de opgave van gemeenten om de groep SW-medewerkers met de laagste loonwaarde (< 25%) passende activiteiten aan te bieden in hun buurt of wijk.
Verwacht wordt met deze bewegingen de kosten van de ondersteuning voor SW-medewerkers beter te kunnen beheersen, waardoor er investeringsruimte ontstaat om de nieuwe aanpak voor de brede doelgroep van de Participatiewet te borgen.

GR Omgevingsdienst Regio Arnhem

De ODRA is een regionale uitvoeringsorganisatie voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op het gebied van milieu en mogelijk ook voor bouwen, natuur en water op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De ODRA heeft in 2015 een eigen zaaksysteem in werking genomen. Hiermee is een grote stap gezet in de harmonisatie van de werkprocessen voor de producten die ODRA aan de verschillende deelnemende gemeenten en provincie levert. Deze harmonisatie zorgt er voor dat ODRA de efficiëntiedoelstellingen kan invullen die bij de start in 2013 zijn opgelegd. Door de harmonisatie is het noodzakelijk een aantal werkprocessen waarvan de gemeente Arnhem deel uitmaakt, te herzien. Dit vergt de nodige inspanningen van beide partijen. In de voorbereiding op outputfinanciering in 2017 is een eerste versie van een productencatalogus opgesteld.

De omgeving van de ODRA is door veranderingen in wet- en regelgeving volop in beweging. De voorbereidingen op de Omgevingswet zijn al geruime tijd in gang gezet. Deze wet, die vermoedelijk pas ruim na 2020 in werking treedt, zal gevolgen hebben voor de aard en omvang van het werkpakket dat de ODRA voor de gemeenten uitvoert. Veel is echter nog onduidelijk. Een andere wetswijziging staat toe dat een deel van het bouwtoezicht binnenkort aan de markt zal worden overgelaten. Ook dit heeft gevolgen voor het werkpakket van de ODRA. In 2015 heeft de gemeente Renkum haar bouwtaken ondergebracht bij de ODRA. De omvang en capaciteit van de ODRA is hiermee groter geworden, wat gunstig is voor de efficiëntie en flexibiliteit van de organisatie.

Stichting Horeca Activiteiten Musis / Schouwburg

Musis Sacrum Schouwburg Arnhem (MSSA) heet vanaf medio 2015 Musis Stadstheater Arnhem (MSA). Met ingang van 1 januari 2016 is deze geen onderdeel meer van de gemeente. Daarbij wordt de stichting HORAC onderdeel van de Stichting Musis Stadstheater Arnhem (MSA). De gemeente zal dan geen rechtstreekse relatie meer hebben met de stichting Horac en vanaf die datum zal de stichting geen verbonden partij meer zijn.

Overige ontwikkelingen verbonden partijen

In 2015 zijn er twee nieuwe verbonden partijen ontstaan als gevolg van de ontwikkeling van de samenwerking in de regio Arnhem - Nijmegen:

  • GO Arnhem Nijmegen City Region;
  • Stichting Economic Board regio Arnhem-Nijmegen.

Samenwerking in de regio Arnhem Nijmegen

Per 1 januari 2015 is de WGR+ regeling (met een wettelijke overgangstermijn van 1 jaar) komen te vervallen. De deelnemende gemeenten en de Stadsregio hebben daarom medio 2015 besloten om de regeling op te heffen en een aantal werkzaamheden (m.n. op het gebied van mobiliteit) over te hevelen naar de provincie, individuele gemeenten (die voor/namens de voormalige gemeenten uit de stadsregio taken uitvoeren, zoals Arnhem op het gebied van wonen) of nieuwe samenwerkingsvormen, zoals het Gemeenschappelijk Orgaan (GO) Arnhem Nijmegen City Region (die eind 2015 is opgericht).    

Naast het GO werkt Arnhem met de regio, onder meer, aan het oprichten van een gezamenlijke Economic Board en een Bedrijfsvoeringsorganisatie voor doelgroepenvervoer (waar ook de voormalige Stadsregiotaxi onder valt).
De Stadsregio Arnhem-Nijmegen is in juridische zin 'in liquidatie' en zal kunnen worden opgeheven als de laatste dossiers of zijn overgedragen of zijn afgehandeld. In de afbouw van de Stadsregio heeft Arnhem, onder meer, de verantwoordelijkheid overgenomen om de laatste personeelsleden, namens de regio, naar ander werk te begeleiden.

De opheffing van de Stadsregio zal er toe leiden dat de inwonersbijdrage lager wordt, aangezien er geen ambtelijk apparaat van de Stadsregio in stand moet worden gehouden. Daarentegen moet er rekening worden gehouden met benodigde capaciteit en middelen voor taken die door de nieuwe samenwerkingsvorm respectievelijk door de gemeente weer zelf moeten worden gedaan.

Samenwerking in de regio Arnhem en Nijmegen

Relatie met de paragraaf Weerstandsvermogen

Een aantal risico's die samenhangen met de verbonden partijen zijn meegenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen:

  • de transitie van Presikhaaf bedrijven: maatregelen leiden mogelijk niet tot het gewenste effect;
  • transformatie van W&I naar WerkgeversServicePunt leidt mogelijk tot frictiekosten (pm).